Sterken

Geslachtslijn Sterken

1 Hilbert Sterken 1921-1987

2 Harm Sterken 1888-1939 en Jannetje Johanna Snijder. 
1888 -1956

3 Albert Sterken  1843-1897 en Aaltien Zwiers 1859 -1920

4 Hilbert Sterken1811-1886 en Hilligje Govers  1801- 1848

5 Albert Arent Sterken 1777-1816

en Hendrikje Hilberts Wannink  1779- 1817

dochter van: Hilbert Roelofs Wanninge ca 08-12-1737 -1779 en Jantien Jans Raggers, 1741

6 Arent Harms Schonewille
1738-
1801 en Femmigje Jans Klosz 1736 -1816

7 Harm Berends Schonewille 1707-1772 en  Liesbeth Alberts Hartman 1705 -1780

8 Berend Harms Schonewille
1680 - 1750
en Hendrikje Wolters 1680-x

9 Harmen Alberts Schonewille
1650-17
12 en Geesjen (Grietien Geerts Vos) van Munster

1656 -1693

10 Albert Pieters Schonewille
1625 -1692 en Jacomina Margaretha van Leeuwen 1630-1680

11 Pieter Alberts Schonewille
1605 -167
0 en Deborerje Nesreiks 1600-1656

12 Albert Schonewille

1580 -1665 en 

Geertje Leeman 1583-x

13 Harm Berends Schonewille 1555-x en  Lysbeth Lybigje 1557

14 Berend Schonewille 1530-x

Sterken

Hilbert Sterken


Generatie 1

 
Hilbert Sterken, geboren op 27-12-1921 in Hasselt. Hilbert is overleden op 18-02-1987 in Hasselt, 65 jaar oud. Hij is begraven in Hasselt. Hilbert trouwde, 24 jaar oud, op 25-09-1946 in Hasselt met Hendrika (Riek)
Ruimerman, 24 jaar oud. Riek is geboren op 16-04-1922 in Epe, dochter van Maas Ruimerman en Tonia Jeths. Riek is overleden op 10-11-1985 in Hasselt, 63 jaar oud. Zij is begraven in Hasselt.

 
Generatie 2

 
Harm Sterken, geboren op 13-04-1888 in Hattem. Harm is overleden op 31-12-1939 in Hasselt, 51 jaar oud. 
Hij trouwde, 27 jaar oud, op 06-01-1916 met de 27-jarige Jannetje Johanna
Snijder. 
Jannetje is geboren op 29-01-1888 in Hasselt en overleden op 20-10-1956 in Hasselt, 68 jaar oud.

 

Generatie 3

 
Albert Sterken, geboren op 06-02-1843 in Molendijk, Hoogeveen. Albert is overleden op 11-03-1897 in Raalte, 54 jaar oud. 
Hij trouwde, 43 jaar oud, op 26-06-1886 in Hoogeveen met de 26-jarige   Aaltien
Zwiers, geboren op 26-09-1859 in Ruinen. Aaltien is overleden op 20-02-1920 in Hasselt, 60 jaar oud.

 
Generatie 4

 
Hilbert Sterken, geboren op (of voor) 01-06-1811 in Kampen. Hij is gedoopt op 01-06-1811 in Kampen. Hilbert is overleden 15-10-1886, Hasselt  75 jaar oud. Hij trouwde, 23 jaar oud, op 07-02-1835 in Hoogeveen met de 33-jarige Hilligje
Govers, geboren op 05-04-1801 in Hoogeveen. Hilligje is overleden op 07-08-1848 in Hoogeveen, 47 jaar oud. Hilligje is weduwe van Bart Nikolaas Zwarthof (1803-1833), met wie zij trouwde, 26 jaar oud, op 11-11-1827 in Hoogeveen.

 
Generatie 5

 
Albert Arent Sterken, geboren op (of voor) 25-06-1777 in Hoogeveen. Hij is gedoopt op 25-06-1777 in Hoogeveen. Albert is overleden op 14-04-1816 in Deventer, 38 jaar oud. Hij trouwde met Hendrikje Hilberts
Wannink, geboren op 14-11-1779 in Dwingeloo. Zij is overleden op 25-11-1817 in Hoogeveen, 38 jaar oud.


De verandering van geslachtsnaam Sterken versus Schonewille,  komt doordat een gespierde zoon uit het voorgeslacht de bijnaam 'De Starke' kreeg vanwege zijn gespierde uiterlijk. Bij oprichten burgerlijke stand is dit geslacht in de boeken gekomen als STERKEN

 

Generatie 6 Sterken

 
Arent Arend Harmens Harms Schonewille, geboren op 12-10-1738. Arent is overleden op 23-11-1801 in Hoogeveen, 63 jaar oud. Arent trouwde, ongeveer 26 jaar oud, omstreeks 1764 in Hoogeveen met Femmigje Jans Klosz, ongeveer 28 jaar oud. Femmigje is geboren op (of voor) 29-04-1736 in Hoogeveen. Zij is gedoopt op 29-04-1736. Femmigje is overleden op 22-04-1816 in Hoogeveen, 79 jaar oud.


Generatie 6  Wannink


Hilbert Roelofs Wanninge, geboren vóór 08-12-1737 in Dwingeloo. Hij is gedoopt op 08-12-1737 in Dwingeloo. Hilbert is overleden in 1779, minstens 42 jaar oud.Hij trouwde met  Jantien Jans Raggers, geboren in 1741 in Leggelo, Diever. Jantien is overleden


Generatie 7

 
Harm Berends Schonewille, geboren op (of voor) 23-10-1707 in Hoogeveen. Hij is gedoopt op 23-10-1707 in Hoogeveen. Harm is overleden op 15-04-1772 in Hoogeveen, 64 jaar oud. Hij is begraven op 15-04-1772 in Hoogeveen. Hij trouwde met Liesbeth Alberts
Hartman, geboren in 1705 in Hoogeveen. Liesbeth is overleden in 1780 in Hoogeveen, 74 of 75 jaar oud.

 
Generatie 8

 
Berend Harms Schonewille, geboren in 1680 in Hoogeveen. Berend is overleden in 1750 in Hoogeveen, 69 of 70 jaar oud. 
Hij trouwde met Hendrikje Wolters, geboren in 1680 in Hoogeveen. Hendrikje is overleden in 1750 in Hoogeveen, 69 of 70 jaar oud.

 
Generatie 9

 

Harmen Alberts Schonewille, geboren in 1650 in Hoogeveen. Harmen is overleden in 1712 in Hoogeveen, 61 of 62 jaar oud. Harmen:

trouwde

1. Op 23 of 24 jarige leeftijd, op 01-03-1674 in Hoogeveen met Geesjen (Grietien Geerts Vos) van Munster, 17 jaar oud. (Grietien Geerts Vos) is geboren op 26-05-1656 in Echten, dochter van Geert Jansen Vos en Roeloffien NN. Grietien  is overleden op 02-02-1693 in Echten, 36 jaar oud.


2. Op 43 of 44 jarige leeftijd, in 04-1694 in Hoogeveen met Annichjen Hendriks (Geerts Lunenborgs), 33 of 34 jaar oud. Annichjen is geboren in 1660 in Hoogeveen en overleden in 1703 in Hoogeveen, 42 of 43 jaar oud.


3. Op 53 of 54 jarige leeftijd, op 27-04-1704 in Hoogeveen met Jantjen Harms.

 
Generatie 10

 
Albert Pieters Schonewille, geboren in 1625 in Hoogeveen. Albert is overleden in 1692 in Hoogeveen, 66 of 67 jaar oud. Albert is weduwnaar van Trijntje Geerts Vos. Hij trouwde (2), 24of 25 jaar oud, in 1650 met de 19 of 20-jarige Jacomina Margaretha van Leeuwen, geboren in 1630. Jacomina is overleden in 1680, 49 of 50 jaar oud.

 
Generatie 11

 
Pieter Alberts Schonewille, geboren in 1605 in Hoogeveen. Pieter is overleden in 1670 in Hoogeveen, 64 of 65 jaar oud. 
Hij trouwde, 16 of 17 jaar oud, in 1622 in Hoogeveen met de 21 of 22-jarige Deborerje Nesreiks, geboren in 1600 in Hoogeveen. Deborerje is overleden in 1656, 55 of 56 jaar oud.

 
Generatie 12

 
Albert Schonewille, geboren in 1580 in Hoogeveen. Albert is overleden in 1665 in Hoogeveen, 84 of 85 jaar oud. 
Hij trouwde met Geertje Leeman, geboren in 1583.

 
Generatie 13

 
Harm Berends Schonewille, geboren in 1555 in Hoogeveen. Harm is overleden. Hij trouwde met Lysbeth Lybigje. Lysbeth Lybigje, geboren in 1557.

 
Generatie 14

 
Berend Schonewille, geboren in 1530.

Hilbert 1921-1987

Als dochter van Hilbert heb ik hem als startpunt genomen. Geboren en getogen in Hasselt (overijssel) 

Evengoed is de start van dit verhaal het verhaal van zijn broers en zussen:


  1. Albert 1916-2005
  2. Jannetje 1918-2008
  3. Jan 1920-1928
  4. Herman 1924-2011
  5. Aleides 1926-2000
  6. Johanna 1927-2008

Toen Hilbert 1 jaar oud was trouwde zijn opa van moeders kant, Jan Snijder en trouwde zijn oom Hilbert Sterken. Op zijn zesde jaar overleed bovengenoemde opa maar ook zijn broer Jan.  Op zijn tiende trouwde een andere oom van hem, oom Albert Sterken. Als hij achtien jaar is sterft zijn vader en vijf maanden later breekt de 2e WO uit. Hij weet onder de zogenaamde Arbeitseinsatz uit te komen door bij de autoriteiten aan te geven dat hij voor zijn moeder drie dagen in de week in de zaak moet werken. Op de vraag welke dagen  gaf hij aan dat dat per week verschilde dus dat er maar geen dagen op het vrijbriefje moest staan. Ieder keer als hij aangehouden werd liet hij het briefje zien en dat het nou nét deze dag was dat hij moest werken voor zijn moeder. Ondertussen leerde hij mijn moeder kennen en trouwden ze in 1946. Ze kregen acht dochters. De tweede dochter, Anneke, is echter maar drie weken oud geworden. In 1956 sterft zijn moeder Jannetje Johanna Snijder Samen met mijn moeder had mijn vader een kruidenierszaak. Het zakenbloed zat behoorlijk in de familie! Zijn broer Herman had een bakkerszaak en zijn broer Aleides een boekhandel. De halve Hasselter middenstand was dus in handen van de familie Sterken. Toen hij 63  was overleed mijn moeder geheel onverwacht. Zijn eigen overlijden volgde snel. Ruim een jaar na haar overlijden stierf ook hij geheel onverwacht. Een vol en dienstbaar leven voor God, gezin en maatschappij hield op aarde op. Mijn vader was een man met humor, dominant maar gek op vrouw en kinderen en een echt familie mens. Ook voor zijn vele kleinkinderen,  nichten, neven en broers en zussen.

Harm

Verhaal opgetekend door zoon Herman tijdens Sterken’s familie reünie 2007 


Als familie en nazaten van HARM STERKEN en JANNETJE JOHANNA SNIJDER wil ik trachten u het een en ander van deze echtelieden te vertellen en wel datgene wat ik zelf nog kan na vertellen en wat mij uit overlevering is verteld. 


Weinig is echter is op schrift gesteld zodat alleen nog de drie in leven zijnde kinderen uit hun herinnering van onze ouders en grootouders etc. kunnen vertellen. Dat de verhalen wel eens door onderlinge belevingen kunnen verschillen lijkt mij vrij logisch want in de praktijk van het leven kunnen twee personen hetzelfde meegemaakt hebben waar ieder afzonderlijk een eigen kijk op heeft gehad. Het zij mij vergeven wanneer ik hier iets vertel dat door een van de twee zussen anders is beleefd dat zou dan een aanvulling op dit relaas kunnen betekenen. 

Ik houd mij  daarvoor aanbevolen. 


In mijn gedachten had ik mij voorgenomen om eerst de stamvader Harm Sterken naar voren te halen. Uit de stamboom van de Sterkens blijkt dat deze Harm, die een groot deel van zijn bestaan als Herman door het leven is gegaan, en wel zo dat zijn broer Hilbert op de begrafenisdag van Harm meende dat er op de rouwbrief de naam Harm als fout stond vermeld. (Kun je nagaan hoe vast de naam Herman onder hem voortleefde, dat is hem toen duidelijk gemaakt).


Reactie tante Jannetje: Harm werd vaak uitgesproken als ‘ armmanegien. Zo kwam hij waarschijnlijk aan de naam Herman


Harm werd als tweede kind geboren in het huwelijk van Albert Sterken en Aaltien Zwiers die als schipper de kost verdiende en door heel Nederland vrachten vervoerde wat blijkt uit de verschillende geboorteplaatsen van in totaal zes kinderen. Het eerste kind was een meisje geboren aan boord op de Rijn. Deze Hillegonda genaamd is te Amsterdam overleden slechts 8 maand oud. Harm is in de IJsselhaven van Hattem (Gld.) geboren op 13 april 1888 terwijl zijn hierboven al gememoreerde broer Hilbert in Ruinen het levenslicht aanschouwde. Het tweede zusje werd te Bunschoten geboren en heette Hendrikje die ook maar 1 jaar en 2 maanden oud is geworden. Als 5e kind kwam Albert ter wereld, geboren te Zalk en Veecaten en het zesde kind, dat weer een meisje was, is te Assen geboren die ook al jong is gestorven. Een en ander houdt in dat van de zes kinderen alleen de drie jongens overbleven.  Het echtpaar kreeg ook nog te ervaren dat de man kwam te overlijden te Raalte op 54-jarige leeftijd. De overlevering zegt ons dat Albert Sterken aan longontsteking moet zijn gestorven doordat hij in Deventer te water was geraakt en daar de ziekte aan overhield die tot zijn verscheiden leidde.


Verteller: Er gaat ook een verhaal dat hij dronken geweest zou zijn, aangezien het binnenhalen van een vracht beklonken werd met een borreltje. Van één borrel wordt je echter niet dronken dus die versie van het verhaal achten we niet voor waar.


Nadat dus Albert Sterken was overleden is de weduwe Sterken met haar drie zoons in Hasselt aan de wal komen wonen en moet dus het schip ( dat vermoedelijk ‘Koopmans welvare’ heette) verkocht zijn geworden en had grootmoeder Sterken dus een klein kapitaaltje als basis van bestaan. Ook zal dat niet al te groot bedrag zijn geweest want of het schip onbelast bezit was is niet bekend. Wel dat de weduwe van een diaken der kerk het advies om dat geld niet in een oude kous te stoppen maar wel het bij hem in bewaring te geven, zodat ze regelmatig daar van kon gebruiken. 

 

Men moet wel bedenken dat zo een vertrouwenspersoon meer gewicht in de schaal legde dan onderbrengen bij een bank (voor zover die eventueel al of niet bestonden). Maar al na korte tijd kreeg ze van de man te horen dat het kapitaaltje was opgeteerd, wat de nodige twijfels heeft opgeroepen over de juistheid van die bewering of dat hier bedrog in spel is geweest. 


Wel zeker was dat het gezinnetje van de diaconie moest worden onderhouden. Wat inhield dat de weduwe als tegenprestatie helpen moest bij het doen van de was in het ‘Armen en wezenhuis’ dat in de jeugddagen van Harm ook een aantal bewoners had onder hoede van een vader en moeder  (zogenaamd)  Dan stond grootmoeder Sterken de hele dag achter de wastobbe en had geen gelegenheid om voor haar zoons eten te koken. Maar geen nood deze knapen konden in het Armenhuis terecht om een bord pap te komen eten, dat ze staande moesten verorberen in de tochtige gang van dat Armenhuis. Maar ja, wat wil je als je nergens recht op had. Ook kregen de jongens op bepaalde tijd een paar klompen waar men met een brandijzer de letters A H (Armenhuis) waren ingebrand. Dat om te voorkomen dat deze klompen in de handel zouden terechtkomen. De dragers van de klompen waren wel door die letters getekend wat ze lang niet altijd leuk vonden. Oom Hilbert had ooit de euvele moed om die letters met een brandglas te verwijderen maar dat heeft hij geweten… Voor straf moest hij toen zijn klompen versleten waren een beurt overslaan. Niet bekend is hoe hij het klompeloze tijdperk heeft overleefd. Dat vermeld de historie niet. Vermoedelijk zal een van zijn vrienden uit de meer bezittende klasse hem wel aan een paar afdankertjes geholpen hebben? Men kreeg ook niet zomaar een paar nieuwe kloppen. Als men pech had en de roef (de bovenkant) van de klomp er afbrak dan moest de smid er een ijzerdraadje overheen spannen zodat de klomp nog gedragen kon worden. 


Stamvader Harm was slechts negen jaar oud toen de wal periode aanbrak en was nog leerling. Hij is vermoedelijk nog enige jaren naar school gegaan. Dit was de openbare school want de Christelijk school die van een vereniging (ondersteund door de hervormde en gereformeerde kerken) waarvan echter de meeste bestuursleden behoorden tot de gereformeerde kerk en de school in de volksmond ‘griffermeerde skoele’ genoemd werd. Hoe het met het onderwijzende personeel was gesteld qua kerkelijke gezindte vermeld de historie niet maar men kan zich voorstellen dat die meest bij de gereformeerde kerk hoorden, gelet op de samenstelling van het bestuur der vereniging. Het zij zo. 

Wat het onderwijs betreft moet men beseffen dat er in die dagen nog geen leerplichtwet bestond en het aan de ouders  lag of men hun kinderen enige ontwikkeling mee wilde geven. Die daar niet van hebben genoten bleven vaak analfabeten waarvan er in die dagen velen waren en die zelfs hun eigen naam niet konden schrijven. Zij moesten, bij het zetten van hun handtekening, volstaan met het zetten van een kruisje.


Vader Sterken heeft dus de openbare school bezocht, deze stond onder het gemeentebestuur en die benoemden ook de leerkrachten. Vermoedelijk was het bezoeken door leerlingen aan de o.s. kosteloos, wat niet het geval was bij de Christelijk school die door de ouders moest worden onderhouden en betaald. Daarover later meer. Na die schooltijd was het voor vader Sterken werken geblazen om mede het gezinsinkomen op te vijzelen. Hoewel dat geen zoden aan de dijk zette, want het loon wat het twaalfjarige kereltje thuis kon afgeven was het schamele bedrag van zege en schrijve twee kwartjes (een halve gulden) in de week. Waarvoor van vijf uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds moest worden gewerkt bij de firma Appelo die een taanderij en touwvlechterij runde aan de Heerengracht waarvan het werkterrein zich achter het huis uitstrekte tot aan de toen nog aanwezige vestinggracht (de binnengracht z.g. waar na het dempen daarvan de woningen aan de huidige Eikenlaan zijn verrezen. Hier heeft vader Sterken dus gewerkt en aan de touwbaan touw voor schepen tot trossen gemaakt door deze in elkaar te draaien. Hoe dat precies in zijn werk ging weet ik niet. Wel dat het niet het lichtste werk was en dat ons herinnert aan onze vlootvoogd Michiel Adriaanszn de Ruiter in het liedje:’In een blauw geruiten kiel. Draaide hij aan ’t grote wiel, den ganse, ganse dag’. 


Ik zei al dat vader Sterken direct na zijn l.o. opleiding moest helpen het gezin te onderhouden en was er geen gelegenheid eventueel vervolg onderwijs te volgen en er van uigaande dat de hedendaagse MTS ook nog niet bestonden en die hun oorsprong vonden in wat in onze jeugd de ambachtschool heette. Dus een bepaald vak leren was er niet bij want met het werk in de taanderij en touwbaan was er de gelegenheid evenmin. Wel was het dat Amor intussen zijn pijl had verschoten en kwam moeder Jannetje Johanna Snijder in beeld. Het was ds. Kraay die vader aanraadde om mee te doen op het kosterbaantje in de Herv. Kerk door te solliciteren. Dat resulteerde in het koster worden, daar hij uit drie sollicitanten benoemd werd als koster. Een baan die hij met liefde van zijn volle hart tot zijn ziekte heeft mogen doen, zelfs zo dat hij daarin zijn zilveren jubileum in 1937 mocht beleven. Dat dát voor de kerkvoogden geen reden was om daar aandacht aan te besteden is iets wat we alleen maar jammer vinden. Wel weet ik dat de burgemeester van Hasselt, de edelachtbare heer J.P. Royer op de jubileumdag persoonlijk is gekomen om de jubilaris te feliciteren. Ziedaar, een eerbetoon door het hoogste burgergezag was om trots op te zijn, maar ook vele kerkleden hebben zich niet onbetuigd gelaten wat bleek uit de vele taarten die op die dag in de Ridderstraat op no. 148 werden bezorgd. Nu was koster geen volledige baan wat het salaris betrof en voor zover mijn kennis wat dat betreft strekt was het bedrag dat hij ontving zegge en schrijve zes gulden. Geen loon om bokkensprongen mee te maken maar toch een mooie basis. 


De hierboven genoemde dominee had ook nog beloofd zijn best te zullen doen bij de kerkvoogden voor de levering van de sigaren voor de vergaderingen van de ‘Heerschoppen’. Wat inhield dat in de winkel (voorheen een bakkerij) waar het paar kwam te wonen ook een tabakswinkel werd opgezet. Dat kon toen nog zonder vestigingsdiploma’s en wat dies meer zij. Tevens was er een aanspreker* die met het aansprekers werk qua leeftijd moest stoppen en die vader Sterken ook aan zijn ‘aansprekeruniform’ heeft geholpen. Een aardige bijzonderheid is voor ons dat dit de grootvader van Jacoba Westrik, jullie huidige tante was.


Ik vermelde al dat door het hebben van een werkkring bij de fa. Appelo nu niet direct een werkkring was waar men een bepaald vak leerde en dat hield in dat vader Sterken nooit een vak als b.v. timmerman of smid heeft kunnen eigen maken. Maar uit bovenstaande hebt u al begrepen dat zijn handen niet verkeerd stonden om dat werk aan te pakken waar de kost mee was te verdienen. Maar dat zijn nog steeds voorbespiegelingen voor dat er sprake was van het stichten van een gezin. Van de periode die lag tussen het werken in de touwslagerij en het aanstaande huwelijk met Jannetje Johanna Snijder is niet zoveel bekend dat daar wat over verteld kan worden en is dus in nevelen gehuld. 


Wel dat er inmiddels een relatie bestond tussen de eerder genoemde J.J. Snijder maar ook daar is veel bij dat nimmer boven water komt omdat eventuele mede tijdgenoten die daar wat over zouden hebben kunnen vertellen al overleden zijn en zullen we het moeten doen met wat dit echtpaar aan hun kinderen, dus aan ons hebben verteld. 

In het gedeelte dat over moeder Sterken zal gaan zullen we hierop nog terug komen. Zo u allen weet is vader Sterken koster van de hervormde kerk te Hasselt geweest en uit de archieven van de Kerkvoogdij uit 1912 heb ik met vriendelijke medewerking van de huidige koster Driekus v.d. Kolk van het besluit vader Sterken als koster te benoemen een fotokopie kunnen maken, waaruit blijkt dat er drie gegadigden waren voor het kosterschap. Ten eerste H. Sterken en ten tweede G. Buter en ten derde ene Derk Drupsteen die zich voortijdig terugtrok, en waarbij de kerkvoogdij H. Sterken aanbeveelt. Na enige bespreking besloten de heren kerkvoogden H. Sterken met ingang van 1 februari 1912 te benoemen. Het was een benoeming heet van de naald want deze vergadering was gedateerd op 31 januari dus de vooravond van de eersten februari. Vader Sterken heeft dus het kostersambt vanaf 1 februari 1912 vervuld en blijkt als ongehuwde dit 4 jaar te hebben gedaan, vermoedelijk om wat geld achter de hand te hebben. Het huwelijk met Jannetje Johanna heeft plaatsgevonden in 1916 en wel op 6 januari. 


Met zekerheid is het niet te zeggen maar de veronderstelling dat de pasgetrouwden direct in de Ridderstraat zijn gaan wonen is vrijwel zeker maar dan in de winkel/woning als huurpand. Gaan we de koopakte van Ridderstraat 148 bekijken dan zien we dat het pand in 1920 van buurman Klaas Wursten is gekocht. Dat er een hypotheek op bleef liggen van 2000 gulden en de koopsom van het pand toen 3500 gulden was waarvan direct een bedrag van 1500 gulden is betaald met de verplichting over dat bedrag van 2000 gulden aan de verkoper (dus K. Wursten) van de rentebetaling van 5 ten honderdste procent elk halfjaar te betalen. In de acte was tevens opgenomen de data van rentebetaling. En wel op de eersten van de maand juni en de eersten van de maand december  en de vermelding dat wanneer niet aan die verplichting werd voldaan de verkoper het recht had om het pand te kunnen verkopen waarvan dan de kosten voor rekening van vader Sterken kwam. 

Daarbij kwam de verplichting om het pand indien in gebruik na de eerste aanmaning het pand te ontruimen en dat alle kosten wat dat betreft ook ten laste van de nalatige koper komen. Ook waren er een paar mededelingen opgenomen; o.a. het gebruik mogen maken van de pomp op het erf van de buren, recht op het regenwater behoud aflopend van de zuidzijde van het pand. De schutting tussen beide panden moet door de koper worden onderhouden en dat bij vervanging door een andere schutting deze niet hoger mag zijn dan die bij aankoop was. Aangenomen mag worden dat het echtpaar op de trouwdag het pand is gaan bewonen dat toen door de tussentijdse bewoner zal zijn ontruimd, deze zal dan aan vader Sterken huur hebben moeten betalen tot aan de ontruiming. Leegstand is er tussen de aankoopdatum en de trouwdatum vermoedelijk niet geweest.



Het 25-jarige jubileum heeft het echtpaar net niet kunnen beleven want het stervensuur van vader Sterken sloeg op oudejaarsdag 1939 na een ziekteperiode van ongeveer 4 maanden.

Het beleven van een huwelijk van 25 jaar was in die dagen al een bijzonderheid want vele huwelijken haalde evenmin de 25 jaar. In het huidige tijdsgewricht blijkt de mensheid ouder te worden en zijn er heden ten dage zelfs meerdere echtparen die een 40, 50 ja zelfs 60 jarige huwelijksdag mogen beleven. Vader Sterken heeft die dag dus niet meer mogen beleven en omdat het oorlogsjaar 1940 juist was aangebroken, brak voor moeder een moeilijke periode aan die enkele facetten van zorgen meebracht. De oudste zoon Albert kwam in krijgsgevangenschap doordat de grootmoedige (?) Führer van het Duitse rijk vond dat alle officieren in krijgsgevangenschap moesten gaan en dat trof genoemde Albert ook. Er kwamen meerdere zorgen op moeder Sterken af doordat twee andere zonen die niet in de Arbeidsdienst (Aleides) of tewerkstelling in de oorlogsindustrie in Duitsland wilden (Herman). Zonder de steun van een man en vader moet zwaar op haar schouders hebben gedrukt, iets wat wij als kinderen ons pas veel later hebben gerealiseerd. Vooral toen bij moeder Sterken bij het ouder worden lichte dementie verschijnselen voordeden. Zo zijn we dan bij moeder Sterken haar leven terecht gekomen en zal ik, met behulp van mijn zusters, een zo realistisch mogelijk verhaal ten beste geven.


In eerste instantie meen ik te moeten vertellen dat het echtpaar in het 12e jaar van hun huwelijk te maken kregen met rouw. Namelijk dat hun 3e kind uit het huwelijk het zoontje Jan aan een blinde darm operatie in het ziekenhuis terecht kwam wat echter escaleerde in een buikvlies ontsteking. Dit veroorzaakte binnen een paar dagen zijn overlijden. Voor zover mijn herinnering strekt uit overlevering was broertje Jan op Sinterklaas (1928) thuis gekomen uit het ziekenhuis maar moest kort daarna alweer worden opgenomen en is in het ziekenhuis op 8 december overleden. Als tragische bijzonderheid kan worden vermeld dat de begrafenis heeft plaatsgevonden op 12 december en dat was de verjaardag van zijn en onze oudste broer Albert. 


Dus dan nu moeder Sterken: Van haar vroegere jeugd is mij niet veel bekend. Wel weten wij dat het gezin van Jan Snijder en Jannetje Barneveld een groot kindertal geboren is geweest, maar dat van al die kinderen er slechts drie volwassen zijn geworden. 1 Jannetje Johanna (onze stammoeder dus) 2 Jan en 3 Harm die we allen als onze ooms hebben gekend. De kinderen die er meer geweest zijn stierven al op jonge leeftijd wat ons uit overlevering is gebleken. Die ziekte waar zij aan overleden werd in die dagen de ‘vliegende tering’ genoemd en blijkt een vorm van TBC (Tuberculose) te zijn geweest en was vermoedelijk van een agressieve vorm. Gerrit is een naam die ik moeder eens heb horen noemen. Maar dat is dan ook het enige wat ik persoonlijk daarover kan doorgeven. De beide overgebleven broers waren arm en Harm vestigde zich in Hasselt als (hoe kan het anders) klompenmaker. Uit eigen ervaring weet ik dat het een vakman was want de klompen door hem gemaakt zaten als gegoten aan de voeten. Waar geen fabrieksklomp tegen op kon. Een ding was jammer; het  karakter van ome Harm was niet zo prettig, maar dat laten we maar rusten. 

Wat ik mij van de andere oom, ome Jan, herinner is dat hij in mijn beleving een heel plezierige man was en naar ‘s-Gravenhage vertrokken is. Hij heeft daar verschillende werkzaamheden verricht als timmerman. 


Over moeders jeugdjaren weet ik niet zoveel, wel dat ze niet zoals vader Sterken naar de openbare school is geweest maar naar de Christelijke school (in de volksmond de Gereformeerde school). 

Vermoedelijk door haar vaders overtuiging en als diaken zijnde, zijn kinderen naar de christelijke school gestuurd. Over haar ervaringen over de schoolse jaren zijn geen gegevens bekend maar gevoeglijk kan worden aangenomen dat er in die tijd weinig emotionele dingen zijn gebeurd en onze moeder na de schooltijd vrijwel direct in het arbeidsproces is opgenomen. Bekend is dat ze op meerdere plaatsen in ons land in gezinnen vermoedelijk dienstbodewerk heeft verricht. Vraag is wel hoe ze daar terechtkwam, want advertenties in de kranten zoals wij die kennen bestonden er in die dagen nog niet en ook hier is het vermoeden gewettigd dat, dat op persoonlijke aanbeveling zal zijn geschied. Zeker is dat ze ergens in den lade een betrekking als zodanig heeft gehad in het gezin van een vrijzinnige dominee waar ze niet zo van terug had.  In mijn herinnering zie ik ook een ansichtkaart die aan moeder was gestuurd. Vermoedelijk voor haar verjaardag toen ze ergens in de Achterhoek verbleef. Tante Jannetje beschikt nog over een foto die genomen was in Zeist. 


Uiteraard is zij in de pastorie van de destijds in Hasselt staande dominee Kraay aan de slag geweest. In die tijd moet zij al kennis gehad hebben aan haar latere echtgenoot, dus onze vader Sterken. Want bekend is dat deze dominee vader Sterken attent maakte op de kostersbaan waarvoor invulling werd gezocht. Zo blijkt deze predikant vermoedelijk ook huwelijksmakelaar te zijn geweest tussen Harm en Jannetje Johanna. Vanaf dat moment lopen de levensdraden van deze twee een beetje gelijk op, zij het dan dat het huwelijk pas gesloten is nadat vader Sterken al vier jaar koster was eer, dat zover was. Eén en ander zal wel verband hebben met het verkrijgen van enig spaargeld om een huishouden te kunnen op zetten. Intussen was er al een woning in de Ridderstraat die tegen die tijd vrij kwam waarin een zekere bakker Galenkamp een bakkerswinkel dreef. Wanneer deze winkel/woning werd betrokken is ook niet meer te definiëren en zal ook weer vermoedelijk met het trouwen een feit geworden zijn. 

 

Ds. Kraay was enthousiast in het aandringen op de sollicitatie van vader Sterken naar het kosterschap dat hij beloofde bij de broeders van de kerkvoogdij er op aan te dringen dat onze koster, die in die winkel een winkeltje in kruidenierswaren en tabaksartikelen was begonnen, de sigaren bij hem te kopen. Wat een aanvulling betekende op het salaris dat in die dagen slechts 6 gulden was en dus geen mogelijkheid in zich had om grote uitgaven te doen. 


Waarom die sigarenverkoop  bij de Kerkvoogden aan te bevelen vond zijn oorzaak in het feit dat er op de vergaderingen van het college stevig aan de sigaar werd getrokken en die levering daarvan geld in het laatje bracht. Aan het huis in de Ridderstraat zijn veel herinneringen verbonden. In eerste instantie de inrichting van het pand. Na de winkel die door een groot raam gescheiden was van de daar achter zich bevindende kamer die door de fam. Galenkamp als woonkamer is gebruikt. Via een lange gang kwam men aan de achterkant van het pand waar zich de bakkerij bevond met daarin een heuse bakkersoven. 


Wij als kinderen hebben die situatie niet meer gekend want toen (en nu heb ik het over mijn herinneringen) was die bakkerij al bevorderd tot woonkamer met een mooi uitzicht op het Zwartewater. Waar de oven was geweest was een bergruimte van opslag van de winterbrandstof. Wij hadden het thuis dan ook altijd over het turfhok. Voor onze tijd is er een muur geplaatst zodat het ‘turfhok’ een afgescheiden ruimte werd en de andere kant van de muur de kamer vormde. In die muur waren wel een paar kastdeuren gemaakt waar huishoudelijke artikelen werden opgeborgen. In de achterwand van die kast was de ovenmond (dichtgemetseld) nog goed te onderscheiden. Verder was aan het eind van de gang een deur die toegang gaf tot de tuin. In latere jaren is er een keuken bij aangebouwd met daarop een plat dak. Al met al bleek dit huis slechts te bestaan uit een voor- en achtergevel en was tussen de beide buur woningen in gebouwd zodat de zijmuren kompleet ontbraken. Oom Aleides ontdekte dat al op een keer in de winkel die hij enigszins verbouwde dat jok om de buitenmuur van zijn buurman aan het breken was en dus moest stoppen. Eerder had vader Sterken dat ook al ontdekt toen de bestelde metselaar Knol de schoorsteen zou verplaatsen in de achterkamer (dus de woonkamer). Die metselaar kwam tot de ontdekking dat er uit de muur een kruikje bij de buurman uit de kast kwam. Men dacht toen een historische vondst te doen, maar aldra bleek dat dat kruikje bij de buurman uit de muurkast kwam. Zo kun je nog eens wat beleven en blijkt meteen dat de bouwmeesters van weleer ook met het minste materiaal huizen bouwde. 

Onze vader had verschillende baantjes die allemaal een gezinsinkomen opleverden. Veel van die baantjes konden wij als kinderen helpen vervullen. Zoals bode voor het Groene Kruis (wat is opgegaan in de Vereniging Icare) en dat voor langdurige patiënten verplegingsmateriaal in bruikleen verstrekte en ook de mogelijkheid van een ledikant dat na gebruik door vader moest worden ontsmet met lysol. Tante Jannetje heeft daar ook haar bijdrage moeten leveren. 


Dan was daar het agentschap van de krant de Standaard (het latere Trouw na de oorlog) en het nevenblad de Amsterdammer. De meeste kinderen hebben die kranten bezorgd bij abonnees. In mijn jeugd was dat ook een taak voor mij en dientengevolge moest ik om kwart over vijf op het station van de tramlijn Zwolle-Blokzijl om het pak kranten af te halen en de bezorging daarvan ter hand te nemen. Ook was vader Sterken actief bij het ‘aanspreker zijn’; in principe het begeleiden bij een overlijden met alles wat daar aanvast zat. Een begrafenis leverde een bedrag van 14 gulden op als men de leiding bij een begrafenis had. Als men de tweede man was, en dus de bijkomende zaken niet hoefde te doen zoals het aangeven van het sterfgeval bij de burgerlijke stand en het regelen van grafdelving en het overleggen over eventuele dragers en wat dies meer zij, kreeg men 12 gulden. 


Zo heb ik getracht een en ander over onze voorouders aan u voor te schotelen waarbij ik de overtuiging heb lang niet volledig te zijn geweest. Maar dat zij zo.

Ik dank u voor uw aandacht


Hasselt, 31 maart 2007


Herman Sterken.


* aanspreker is: aanzegger (rondverteller) van een sterfgeval. 

Albert 1843-1897

Als Albert zijn vader Hilbert trouwt (07-02-1835) heeft zijn moeder Hilligje, die weduwe is, twee nog in leven zijnde kinderen; Klaasje  en Albertha Zwarthof. 

Albert is het derde kind van zijn vader en het zevende van zijn moeder. Hij wordt in Molendijk, Hoogeveen geboren.

Zijn broers en zussen zijn (naast bovengenoemde halfzussen):

Hendrikje (1837-?)

Christina (1840-1842)

Klaas (1846-1848)

Hij groeit dus op met twee halfzussen en en één zus want als hij 5 jaar is komt zijn broertje te overlijden.


Op zijn 43e trouwt hij met Aaltien Zwiers. Samen krijgen ze zes kinderen:

Hillegonda  (17 april 1887 - 30 nov. 1887) die maar 7 maanden werd, 

Harm (zie tabblad hiernaast)

Hilbert: 1889-1978

hendrikje (05 juli 1891- 08 sept. 1892) zij werd slechts 1 jaar

Albert: 1892-1945 en

Aaltje: (23 juni 1895-23 jan. 1896) en ook zij werd maar 7 maanden.

De drie zonen blijven leven. Harm is mijn grootvader. Hij overleed voordat zijn kleinkinderen werden geboren. Oom Hilbert kwam in Limbrug terecht. Aan hem heb ik warme herinneringen! 


Net als zijn (groot)vaders is ook Albert Schipper van beroep.

Als hij 54 jaar oud is sterft hij op 11-03-1897 in Raalte. Zijn vrouw is dan 37 jaar oud en komt met de drie jongens aan de wal wonen in Hasselt.

Het schippersgeslacht stopt bij deze overgrootvader. Geen van de drie jongens neemt dit beroep over.

Hilbert 1811-1886

Deze  Hilbert werd geboren 1 juni 1811 in Kampen als 2e zoon van Albert Arent en Hendrikje.

Zijn broers en zussen waren:

Jan Alberts 1809-1879

Femmigje 1813-1817

Albert 1816-1816



Als Hilbert vier jaar is sterft zijn vader (25 juni 1816) en twee maanden later zijn broertje Albert. Een jaar later zijn zusje Femmigje (11 aug. 1817). En drie maanden later (25 nov. 1817) sterft ook nog eens zijn moeder.

Binnen anderhalf jaar blijft van dit gezin alleen Hilbert en zijn broer Jan Alberts over... Hij is dan zes jaar.

De jongens zijn dan waarschijnlijk in het armenhuis in Hoogeveen terecht gekomen want te lezen valt in deze bron:


Inschrijfregisters akte (kolonisten) (in het jaar 1820)

Ingedeelde

 Hilbert Sterken, geboren op 1 januari 1809*, Kolonie: Willemsoord Aankomst in kolonie III, Willemsoord.


Plaatsing: Contr. Reg. Armenhuis te Hoogeveen.

Ingedeeld bij kol. J.Sierp III. Op vertrekdatum ontslagen uit kolonie III. 

Plaats van herkomst: Hoogeveen 

Datum van aankomst: 05-06-1820 

Vertrek datum: 17-02-1824

Opmerking: 

Religie: Herv.

Bronvermelding

Drents Archief

Drents Archief te Drenthe, Inschrijfregisters MvW/RWI

Deel: -, Onbekend, archief -, inventaris­num­mer -, Kolonisten, aktenummer 15213, folio B5_Blz87


Dit moet niet makkelijk geweest zijn... Het volgende staat beschreven over het huishouden waar ze in kwamen:

Willemsoord hoeve 37, huisverzorgers Sirrep/Benken met ingedeelden


Bij Jan Sirrep, die ook als Sierp voor komt, en Aaltje Benken geeft de kolonie-administratie slechts globale geboortejaren, bij Jan staat 1750 en bij Aaltje 1770. Met zulke leeftijden zullen ze zijn bedoeld als huisverzorgers en er zijn ook geen eigen kinderen, alleen ingedeelden. Ze doen dit werk een aantal jaren, Aaltje Blenken overlijdt 1 april 1825, Jan Sierp/Sirrep 23 september 1828. 

Aaltje mag in de kolonie-administratie dan als Blenken of Benken voorkomen, maar ze trouwt onder de naam Aaltje Hendriks Binken.

Er blijkt dat Aaltje en Jan een jaartje voor hun komst naar de kolonie te Hoogeveen getrouwd zijn, voor beiden hun tweede huwelijk.


Bij hun aankomst dragen ze de zorg voor zeven ingedeelden, vijf uit Hoogeveen en twee uit Dordrecht. Die laatsten laat ik even buiten beschouwing, de andere:


- Jantien Koops is verreweg de oudste, ze zou bij aankomst al 40 jaar zijn. Dat duidt er op dat er geestelijk of lichamelijk iets mis is en de Hoogeveense regenten er geen raad mee wisten. Dat lijkt te worden bevestigd door de vele overplaatsingen van de ene koloniale hoeve naar de andere die ze tijdens haar verblijf zal hebben. Ze is nog steeds ingedeelde als ze in 1844, ongeveer 64 jaar oud, overlijdt.


- Pietertje Hendriks Kattouw is maar een jaartje jonger en daarvoor gaat hetzelfde op, ook qua grote aantal verhuizingen. In 1843 is ze ongeveer 62 jaar en wordt ze overgeplaatst naar Veenhuizen. Of ze daar tussen de bedelaars komt of bij een arbeidershuisgezin wordt ingedeeld weet ik (nog) niet.


- Jan Sterken en Hilbert Sterken, met de geboortejaren 1808 en 1809 *, zullen ongetwijfeld broers zijn. Ze vertrekken na een kleine vier jaar samen van de kolonie: 17 februari 1824.


- Gerrit Molen is na zijn terugkeer uit de strafkolonie (zie bij hoeve 1) hier ingedeeld. Als zijn geboortejaar is genoteerd 1797 en je zou hem gerust 'vluchtgevaarlijk' kunnen noemen. Want na zijn eerdere desertiepoging in 1821, neemt hij mei 1823 opnieuw de benen. Evenals in augustus 1825 en in de zomer van 1826. Dan besluit men hem maar een tijdje in de strafkolonie te houden, maar.... augustus 1828 deserteert hij daarvandaan! 

Ook niet voor lang. Uiteindelijk is hij ongeveer 38 jaar als hij 26 augustus 1833 in de strafkolonie overlijdt.



Als Hilbert 23 jaar oud is trouwt hij op 07 febr. 1835 in Hoogeveen met Hilligje Govers.

Hilligje heeft óók een bewogen leven achter de rug. Zij trouwde eerder met Bart Nikolaas (11 nov. 1827, Hoogeveen). Ze krijgen vier kinderen: 

Chistina die maar 2 jaar wordt, 

Klaasje die wel oud mag worden, 

Nicolaas die op één jarige leeftijd sterft en, 

voordat Albertha hun jongste,  geboren wordt sterft haar man Bart (28-09-1833). Drie maanden later ziet Albetha het levenslicht. 

Anderhalf jaar later trouwt ze met Hilbert. Hilbert wordt dus op zijn 23e stiefvader van Klaasje en Albertha Nikolaas.


Samen krijgen ze nog vier kinderen: 

Hendrikje (1837-?), trouwt op 3 jun 1863 met Jacobus van Wattengen), 

Christina (1840-1842), 

Albert (zie tabblad hiernaast) en 

Klaas (1846-1848).

Als Klaas sterft op 19 jun. 1848 sterft Hilligje twee maanden later op 07 aug. 1848.

Hilbert is dan 37 jaar. 


Net als zijn vader, Albert Arent en broer Jan, is Hilbert schipper, klik hier voor de bron


Sterken, Albert, geb. na 1776

Sterken, Hilbert, geb. 01 jun 1811 Kampen

Sterken, Jan_Alberts, geb. 20 aug 1809 Amsterdam


Op 75 jarige leeftijd sterft hij op 15-10-1886 in Hasselt.

Hij is de eerste grootouder waar Hasselt als plaats genoemd wordt.


* geboortejaar van deze bron komt niet overeen met het werkelijke geboortejaar van Hilbert (1811)


Albert Arent 1777-1816

Op 25-06-1777 wordt deze Albert geboren in Hoogeveen als 5e kind van Harm en Liesbeth.

Zijn broers en zussen waren: 

Elisabeth: 1766-1837

Jan:1768-?

Harm: 1770-?

Grietje: 1774-1843

Hij trouwt met Hendrikje Hilberts Wannink een trouwdatum en plaats zijn niet gevonden. 

Ze krijgen vier kinderen:

Jan: 1809-1879

Hilbert: zie tabblad hiernaast

Femmigje: 1813-1817, zij wordt maar 4 jaar en 

Albert: 1816- 12-08-1816. Dit jongetje is nog geen jaar geworden.

Echter vóór dit mannetje sterft komt Albert zelf te overlijden op 14-04-1816. Vier maanden voor het overlijden van zijn kind. Wat moet dit geweest zijn voor zijn vrouw Hendrikje! Zij is dan pas 36 jaar oud. Vervolgens sterft ruim een jaar later ook nog eens haar 4 jarig dochtertje. Ze blijft met Jan en Hilbert over om zelf op 25-11-1817, 3 maanden later ook te sterven waarbij ze de 2 jongens als wees achterlaat. Jan is dan 8 jaar en Hilbert 6 jaar.


Albert is schipper van beroep en verdrinkt in 1816 

in de IJssel bij Deventer (https://www.geni.com/people/Albert-Sterken/6000000005929582744


Extra informatie:

Albert Sterken  (1916-2002)  de zoon van Harm en Jannetje Johanna Snijder heeft in de jaren vijftig en zestig heel wat doopboeken doorgebladerd op zoek naar zijn voorouders. Dat gold ook voor kerkelijke registers waarin huwelijken zijn opgeschreven. 


Arent, Arend, of Albert is de eerste, dat wil zeggen de oudste voorouder die Albert (1916-2002)  terugvond. Dit wordt bevestigd in een brief van 25 maart 1955 van de Rijksarchivaris in Drenthe:


Albert Sterken overleed de 14 april 1816 in Deventer. Als zijn ouderdom wordt opgegeven 'ongeveer acht en dertig jaren'.

Hij moet dus omstreeks 1778 geboren zijn. Blijkens het doopboek van Hoogeveen is aldaar gedoopt op de 25 juni 1777 Albert, zoon van Arent H. Sterken en Femmigje J. Klosz. Dit klopt met de in het schrijven uit Hoogeveen vervatte gegevens, zodat wij hier wel met de juiste persoon te doen zullen hebben. Aangezien van Hoogeveen geen trouwboek bewaard gebleven is, is de huwelijksakte van Arent Sterken en Femmigje Klosz niet te vinden.


Op 18 augustus 1811 werd iedereen in het Koninkrijk Holland door de regering van Napoleon Bonaparte opgeroepen om een achternaam te laten registreren bij het gemeentehuis. Dit was nieuw in Nederland. Want hoewel de meeste mensen in Nederland al wel een achternaam hadden, zorgde de Franse Keizer ervoor dat het in Nederland voor iedereen verplicht werd om een vaste achternaam te hebben.


Napoleon voerde in Nederland in 1810 de Code Civil in. Deze verzameling wetten was in Frankrijk al sinds 1804 van kracht. De Code Civil was een gevolg van het invoeren van de Burgerlijke Stand. Deze bestond in Frankrijk al vanaf 1796. In Nederland werd de Burgerlijke Stand in 1811 geïntroduceerd. Hierbij hoorde een bevolkingsregister waarin de nieuw geborenen, de sterfgevallen en de huwelijken moesten worden gemeld.



Arent Harms Schonewille 1738-1801

Arent is het vierde kind van Berend en Hendrikje.

Zijn broers en zussen zijn:

Annigje: 1730-1788

Albert: 1733-?

Jan: 1736-?

Femmegje: 1740-1821

Roelof: 1743-?

Casper: 1745-1826


In ca 1764 trouwt hij in Hoogeveen met Femigje Jans Klosz. Hij is dan ca 26 jaar en zij ca 28 jaar.

Ze krijgen vijf kinderen:

Elisabeth: 1766-1837

Jan: 1768-?

Harm: 1770-?

Grietje: 1774-1843

Albert: zie tabblad hiernaast


Als hij 63 is sterft hij op 23-11-1801.

Hij is geboren, gedoopt, getrouwd en gestorven in Hoogeveen.


Harm Berends Schonewille 1707-1772

Roepnaam: Harmen Berends Schonewille de Starke, Harmen Berends Starke, Harmen Berents Schonewille, Harm Berents Schonewille, Harm Berents Schonewille Starken, Harm Sterken, Harm Starken, Harmen Berents, Hermen Berents Schonewil, Starke Harm, Harm Schonewil

Klik hier voor de bron


Harm is geboren, getogen en gestorven in Hoogeveen.

Hij is een zoon van Berend en Hendrikje en ik kon 

Aaltien: 1710-1772

Jan: 1719

als zijn broer en zus ontdekken.


In 1735 trouwt hij, ongeveer 27 jaar met Lysbeth Alberts Hartman 

Ze krijgen zeven kinderen:

Annigje: 1730-1788

Albert: 1733-?

Jan: 1736-?

Arent Arend Harmens Harms: zie tabblad hiernaast

Femmegje: 1740-1821

Roelof: 1743-?

Casper: 1745-1826

Berend Harms Schonewille 1680 - 1750

Ook deze voorvader is geboren en gestorven in Hoogeveen.

Hij is de zoon van Harmen en Geesjen. Rond zijn 12/13e jaar verlies hij zijn moeder. (1693)

Hij heeft dan de volgende broers en zussen

Femmigjen: 1674

Aaltien: 1677-1761

Hendrik: 1678-1769

Hillegijn:1680

Jantien: 1681

Arent: 1682- 1753

Jan: 1684-1781 

Zijn vader hertrouwt een jaar na de dood van zijn moeder  in 1694

 In 1700, als hij rond de twintig is trouwt Berend met Hendrikje Wolters.


In 1702 worden zijn halfbroertjes Hendrik en Jan geboren. Al snel komt ook zijn stiefmoeder te overlijden (1703).

Zijn vader hertrouwt ook nu weer binnen of net na 1 jaar. Berend krijgt dan weer een halfbroer en halfzus: Harm en Maria in 1705.


Als Berend zelf vader wordt krijgt zijn eigen vader ook nog kinderen:Jentien: 1708-1755 en Grietje: 1711


Ondertussen krijgen Berend en Hendrikje  drie kinderen:

Harm: zie tabblad hiernaast 1707

Aaltien: 1710-1772

Jan: 1719


Hoe zouden de familieverjaardagen eruit gezien hebben met 14 (half)broers en zussen waar je eigen kinderen tussendoor lopen vraag ik me dan af?!


In 1750 sterft Berend op 69/70 jarige leeftijd.


Een ontdekking gedaan door Harm (Herman) sterken ( 1946) zoon van Albert (1916-2005):


Berend Harms Schonewille (1680 – 1750) was gehuwd met Hendrikje Wolters. Dit echtpaar had een zoon Harmen Berents. Deze zoon was kennelijk nogal gespierd en kreeg in de omgeving waar hij woonde de bijnaam De Starke. Dat is later verbasterd tot Starken en Sterken. Ik vond ook nog gegevens van hun dochter Femmichien Harms terug. Zij leefde van 1740 – 1821 en noemde zichzelf Starken. Harmen Berents (Schonewille) heeft de naam Sterken aangehouden. Zijn zoon Albert Arent ook. En zo is in de Napoleontische tijd bij de invoering van de burgerlijke stand de naam Sterken definitief gevestigd. Tot op de dag van vandaag.

Harmen Alberts Schonewille 1650-1712

Harmen is de zoon van Albert en Jacomina Margaretha. Hij is geboren in Hoogeveen. Harmen is overleden in 1712 in Hoogeveen, 61 of 62 jaar oud. Harmen:

Hij trouwde drie keer (1) als hij, 23 of 24 jaar oud, op 01-03-1674 in Hoogeveen met Geesjen  van Munster, 17 jaar oud.  

Ze krijgen 8 kinderen:

Femmigjen: 1674

Aaltien: 1677-1761

Hendrik: 1678-1769

Berend (zie tabblad hiernaast)

Hillegijn:1680

Jantien: 1681

Arent: 1682- 1753

Jan: 1684-1781 

Grietien sterft als hij 42 is en zij  36 jaar. 


Dan trouwt hij op zijn 43e met (2) Annichjen Hendriks (Geerts Lunenborgs), 33 of 34 jaar oud.  

Ze krijgen 2 zonen:

Hendrik en Jan: 1702, Jan zijn sterfjaar is 1781.

Al snel na de geboorte sterft Annechien  in 1703 in Hoogeveen, 42 of 43 jaar oud.


Vervolgens trouwt Harmen (3) op zijn  53e of 54e  op 27-04-1704 in Hoogeveen met de 31 jarige Jantjen Harms. 

Zij krijgen vier kinderen: 

Harm en Maria in 1705

Jentien: 1708-1755

Grietje: 1711

In totaal krijgt Harmen 14 kinderen. De jongste als hij ruim 6o jaar is. Op zijn 61/62e sterft hij in Hoogeveen. Zijn veel jongere vrouw is dan 39/40 jaar.


Albert Pieters Schonewille 1625-1692

Hoe verder we terug gaan in de tijd hoe minder betrouwbaar de gegevens worden.

Mijn bronnen zijn www.myheritage.nl en www.genealogieonline.nl 

Door steeds op allerlei andere sites de info te vergelijken en steeds verder te zoeken, combineren enz. trek ik conclusies.

Voor zover het lijkt is Albert een zoon van Pieter en Deborerje. Ondanks dat de info, helemaal hieronderaan, anders doet vermoeden. 


Wat vreemd is, is dat hij op zijn 20e een zoon gekregen zou hebben en pas op zijn 24e/25e  (1650) met de moeder, Jacomina, getrouwd zou zijn.

Ik neem aan dat ze zeven kinderen hebben gekregen:

Pieter: ca 1645-1720

Harmen: zie tabblad hiernaast (1650)

Jan: 1652

Hendrik: 1655- 1723

Jentje: ca 1655

Jantjen: 1657- 1720

Jan: 1662


Ook deze voorouder heeft zijn leven in Hoogeveen doorgebracht.  Hij heeft nog 8 kleinkinderen meegemaakt.Rond zijn 55e (1680) sterft zijn vrouw. Hij overleeft haar 12 jaar en sterft in 1692, 66/67 jaar oud in Hoogeveen




Op de pagina: https://www.genealogieonline.nl/genealogie_slot/I10577.php

Vond ik de volgende informatie:

Genoemd als Albert Schonewel.


Afkomstig uit Hollandscheveld. Hij woont blijkens de haardstedenregisters van 1691 t/m 1693 nog in het Zuidwoldiger Hoogeveen en wordt daar als "pauper" vermeld; hij was dus armlastig, maar moet ook al behoorlijk oud zijn geweest, daar zijn kleinkinderen al de huwbare leeftijd hebben bereikt.


Zijn afkomst is niet bekend, maar gezien het feit dat hij en zijn nakomelingen regelmatig twee dezelfde voornamen in hun gezin hebben en dit gebruik tot nu toe alleen in Noord-West Overijssel en Zuid-West Drenthe is waargenomen, doet veronderstellen dat hij uit dat gebied komt.


De naam Schonewelle zou kunnen betekenen schone welle; een welle is volgens het Middelnederlandsch Handwoordenboek van J. Verdoorn o.a. een oever langs een rivier; misschien had Albert een boerderij langs de IJssel, het Zwarte Water of het Meppeler diep; zijn zoon Harm kon schrijven, wat er toch op wijst dat hij van "goede komaf" was. Daar hij twee zoons met de naam Hendrik had, was de naam van zijn vader waarschijnlijk Hendrik.

Pieter Alberts Schonewille 1605 -1670

Hoe verder we terug gaan in de tijd hoe minder betrouwbaar de gegevens worden.

Mijn bronnen zijn www.myheritage.nl en www.genealogieonline.nl 

Door steeds op allerlei andere sites de info te vergelijken en steeds verder te zoeken, combineren enz. trek ik conclusies.


Wat de bronnen weergeven is dat:

Pieter de zoon is van Albert en Geertje en dat zijn leven ook in Hoogeveen heeft afgespeeld. Rond zijn 17e zou hij getrouwd zijn met de 21 jarige Deborerje Nesreiks (1622). 

Ik heb één kind in de bronnen gevonden:

Albert: 1625- 1692


Broers en zussen heb ik niet gevonden. Wel dat zijn eigen vader Albert pas stierf toen Pieter 59 jaar was (1656). Deze man had sterke genen hij werd rond de 85 jaar. Zeer oud voor die tijd!

Deborerje  werd minder oud. In 1656 sterft zij op 56 jarige leeftijd. Pieter zelf werd rond de 65 jaar en stierf in 1670.




Albert Schonewille 1580 -1665

Hoe verder we terug gaan in de tijd hoe minder betrouwbaar de gegevens worden.

Mijn bronnen zijn www.myheritage.nl en www.genealogieonline.nl 

Door steeds op allerlei andere sites de info te vergelijken en steeds verder te zoeken, combineren enz. trek ik conclusies.


Albert wordt geboren én sterft in Hoogeveen. Hij trouwt met Geertje Leeman (1583) maar ik heb geen trouwdatum terug gevonden. Ze krijgen in ieder geval één kind: 

Pieter: 1605-1670.

Albert wordt een oude man hij sterft in 1665 in zijn 85e levensjaar. Hij heeft dan drie geslachten meegemaak; zoon, kleinzoon en achterkleinkinderen. 


Een ontdekking van Herman (Harm) Sterken (1946) zoon van Albert (1916-2005):


De naam van onze voorouders Schonewille heb ik terug gevonden tot en met 1555. In dat jaar is Harm Berends Schonewille geboren. De generatie Schonewille bestond hoofdzakelijk uit boeren en boerenarbeiders. Vanaf ca. 1800 was de familie Sterken een schippersfamilie.

Harm Berends Schonewille 1555-?

Hoe verder we terug gaan in de tijd hoe minder betrouwbaar de gegevens worden.

Mijn bronnen zijn www.myheritage.nl en www.genealogieonline.nl 

Door steeds op allerlei andere sites de info te vergelijken en steeds verder te zoeken, combineren enz. trek ik conclusies.


Harm Berends is in 1555 in Hoogeveen geboren als zoon van Berend (1530). Hij trouwt met Lysbeth Lybigje. Het jaartal van hun trouwen heb ik niet terug gevonden. 

Ze krijgen in ieder geval één kind:

Albert : 1580 -1665, zie tabblad hiernaast.

Van Lysbeth heb ik alleen terug gevonden dat ze in 1557 geboren is. 

Harm is 24 jaar als zijn zoon geboren wordt en een sterfdatum is niet terug gevonden.


klik hier voor de bron



Berend Schonewille 1530-??

Hoe verder we terug gaan in de tijd hoe minder betrouwbaar de gegevens worden.

Mijn bronnen zijn www.myheritage.nl en www.genealogieonline.nl 

Door steeds op allerlei andere sites de info te vergelijken en steeds verder te zoeken, combineren enz. trek ik conclusies.


Dit is de verste voorvader die Herman (Harm) (1946) Albertszoon (1916-2005) terug gevonden heeft. 

De bron is: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-glasmeier-buhrs/I172231.php


Van deze Berend weten we verder niets behalve dat hij de vader is van Harm; zie tabblad hiernaast.

Aangezien deze Harm in Hoogeveen geboren wordt neem ik aan dat Berend ook uit Hoogeveen komt.

Tot Arent Harms Schonewille 1738-1801 worden alle voorouder geboren in- en sterven in Hoogeveen. Tweehonderd jaar lang verblijft het geslacht in Hoogeveen. Albert Arent 1777-1816 wordt nog in Hoogeveen geboren om dan als (eerste?) schipper te worden. Hoogeveen blijft echter wel de thuisbasis want zijn zoon  Hilbert 1811-1886 wordt ook in Hoogeveen geboren. Deze Hilbert sterft in Hasselt en vanaf dan lijkt Hasselt de uitvluchtbasis te zijn voor het schippersgeslacht wat de familie Sterken inmiddels geworden is. Als Albert 1843-1897 sterft komt zijn vrouw met de nog drie in leven zijnde kinderen aan de wal in Hasselt wonen. 

Het geslacht Sterken wordt dan middenstanders tot de zonen Hilbert 1921-1987, Herman 1924-2022 en Aleides 1926-2000. 

Hieronder overzicht vanaf oudste naar jongste geslacht

Jaar Geboorteplaats sterfplaats leeftijd Beroep
1530 Hoogeveen? Hoogeveen? ? Landbouwer?
1555 Hoogeveen Hoogeveen ? Landbouwer?
1580 Hoogeveen Hoogeveen 84-85 ?
1605 Hoogeveen Hoogeveen 64-65 ?
1625 Hoogeveen Hoogeveen 66-67 Landbouwer?
1650 Hoogeveen Hoogeveen 61-62 ?
1680 Hoogeveen Hoogeveen 69-70 ?
1707 Hoogeveen Hoogeveen 64 ?
1738 Hoogeveen Hoogeveen 63 ?
1777 Hoogeveen Deventer 38 Schipper
1811 Kampen Hasselt 75 Schipper
1843 Molendijk, Hoogeveen Raalte 54 Schipper
1888 Hattem Hasselt 51 Koster/sigarenhandel
1921 Hasselt Hasselt 65 Kruidenier

Fotoalbum met foto's van voorouders

Fotoalbum met foto's ouders

  • Filmpjes

    Share by: